Wat is de hel?
Wat is de hel?
Dat is een onderwerp, wat niet erg populair is onder christenen. Maar ik vind dat het wel een wezenlijk onderdeel uitmaakt van ons geloof. De hel, daar komen alle mensen, die fout hebben gedaan. Dat weten we. Ik vergelijk het zo, dat we in Nederland ook wetten hebben. Als je je daar niet aan houdt, om je in de gevangenis terecht. Dus de hel heeft te maken met Gods gerechtigheid. Maar wat is de hel nu precies? De bijbelteksten, die ik heb geciteerd, zijn uit de Telos-vertaling.
Voor dit stuk tekst heb ik Christipedia en de Bijbel geraadpleegd. Het woord Gehenna is het griekse woord in het nieuwe testament voor hel. Het gehenna is ook het dal van Himmon. Dit was de plaats bij Jeruzalem waar de Joden hun kinderen door het vuur deden gaan in de offerdienst aan heidense goden. Later liet de vrome koning Josia de plaats verontreinigen. De plaats in het dal van Himmon wordt in het oude testament ook Tofet genoemd. In de hel zal ook (vergeleken het het dal van Himmon) een voortdurend vuur branden.
De verouderde betekenis van ‘hel’ is het graf, dodenrijk, de onderwereld, dat staat in de Statenvertaling. Er bestaat de uitdrukking ‘ter helle nedervaren’, maar dat betekent niks anders dan in het graf neerdalen, in de Statenvertaling.
Wat de herkomst van het vrouwelijke woord 'hel' betreft, wordt het in verband gebracht met helen, verbergen, zodat het 'verbergster' zou betekenen. Het komt waarschijnlijk af van een ouderen stam, die samenhangt met ons helen en hullen, d.w.z. iets verbergen, en betekent oorspronkelijk 'plaats der verberging'. In deze zin wordt het nog wel in onze taal gebruikt; zo noemen zeelui de bergplaats voor touwen, blokken enz. in het onderruim van het schip 'de hel'; zo spraken letterzetters van 'de hel', waarmee ze bedoelden de bergplaats, waar de gebroken letters worden bewaard, en zo heet de ruimte voor de afval onder de kleermakerstafel 'de hel'. En wat van de oorspronkelijke betekenis van het Nederlandse woord hel gezegd is, geldt eveneens voor het Duitse woord Hölle, voor het Franse Enfer, enz.
Christus' hellevaart is een oude term voor de nederdaling van Christus in het dodenrijk. Het Hebreeuwse woord sjeool en het Griekse woord hades zijn vroeger door 'hel' vertaald, doch tegenwoordig kunnen deze beide woorden beter door 'dodenrijk' worden vertaald, zoals de Nieuwe Vertaling uit 1951 heeft gedaan, omdat 'hel' in het Nederlands thans een engere betekenis heeft dan vroeger.
In overdrachtelijke zin is de hel een rampzalige toestand op aarde, het toppunt van ellende. In deze betekenis wordt 'hel' gebezigd in: een hel op aarde hebben; dit huis is voor hem een hel; die man en die vrouw bouwen een hel, maken elkaar het leven zeer onaangenaam. Er zijn ook spreekwoorden en zegswijzen met de hel.
Het is duidelijk en zeker vanuit de Schrift dat er een plaats is van eeuwige straf. De hel is bereid voor de duivel en zijn engelen, maar ook de boze mensen, 'de werkers van ongerechtigheid' zullen erin geworpen worden.
Mt 25:41 Dan zal Hij ook zeggen tot hen die aan zijn linkerhand zijn: Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur dat voor de duivel en zijn engelen is bereid
Heb 10:26 Want als wij moedwillig zondigen nadat wij de kennis van de waarheid ontvangen hebben, blijft er geen slachtoffer voor de zonden meer over, Heb 10:27 maar een vreselijke verwachting van oordeel en een felheid van vuur dat de tegenstanders zal verslinden. Heb 10:28 Iemand die de wet van Mozes verworpen heeft, sterft zonder ontferming op het woord van twee of drie getuigen: Heb 10:29 hoeveel zwaarder straf, meent u, zal hij waard geacht worden die de Zoon van God met voeten heeft getreden en het bloed van het verbond waardoor hij geheiligd was, onheilig geacht en de Geest van de genade gesmaad heeft? Heb 10:30 Want wij kennen Hem die gezegd heeft: ‘Aan Mij de wraak, Ik zal vergelden’. En opnieuw: ‘De Heer zal zijn volk oordelen’. Heb 10:31 Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God!
De hel is een plaats van straf voor de veroordeelden. Het is een plaats van verdoemenis.
De strafmaat, de mate van toegedeelde kwelling, staat in rechte verhouding tot de zwaarte van het bedreven kwaad. Mr 12:40 die de huizen van de weduwen opeten en voor de schijn lang bidden. Dezen zullen een zwaarder oordeel ontvangen.
Wees bang voor mensen die je geestelijk kunnen doden. Lu 12:5 Maar Ik zal u tonen voor Wie u bang moet zijn: weest bang voor Hem die, nadat Hij gedood heeft, macht heeft om in de hel te werpen; ja, Ik zeg u, weest bang voor Hem.
Mt 25:41 Dan zal Hij ook zeggen tot hen die aan zijn linkerhand zijn: Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur dat voor de duivel en zijn engelen is bereid.
De hel is een plaats van verderf.
De hel schijnt dezelfde plaats te zijn als wat de Heer Jezus noemt "de buitenste duisternis".
Mt 22:13 Toen zei de koning tot zijn dienstknechten: Bindt hem aan handen en voeten en werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal het geween zijn en het tandengeknars.
God is licht, in Hem is geen duisternis. De buitenste duisternis, daar is God niet. Daar zal het geween zijn en het tandengeknars. Daar zul je altijd spijt hebben van wat je gedaan hebt.
De hel wordt ook genoemd 'de poel van vuur en zwavel'. Opb 20:10 En de duivel die hen misleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel waar zowel het beest als de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden tot in alle eeuwigheid.
De hel is een plaats van vuur. De Heer Jezus spreekt van de 'hel van het vuur' en van een onuitblusbaar vuur. Mt 5:22 Maar Ik zeg u, dat ieder die ten onrechte op zijn broeder toornig is, zal vervallen aan het gericht, en wie tot zijn broeder zegt’: Nietsnut!’, zal vervallen aan de Raad, en wie zegt’: Dwaas!’, zal vervallen aan de hel van het vuur.
Mt 13:41 De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn koninkrijk verzamelen alle aanleidingen tot vallen en hen die de wetteloosheid doen, Mt 13:42 en zij zullen hen in de vuuroven werpen; daar zal het geween zijn en het tandengeknars.
Mt 13:49 Zo zal het zijn in de voleinding van de eeuw: de engelen zullen uitgaan en de bozen uit het midden van de rechtvaardigen afscheiden Mt 13:50 en hen in de vuuroven werpen; daar zal het geween zijn en het tandengeknars.
Mr 9:45 En als uw voet u een aanleiding tot vallen is, hak die af; het is beter voor u kreupel het leven in te gaan, dan met twee voeten in de hel geworpen te worden. Mr 9:46 waar hun worm niet sterft en het vuur niet wordt uitgeblust.
Mt 25:41 Dan zal Hij ook zeggen tot hen die aan zijn linkerhand zijn: Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur dat voor de duivel en zijn engelen is bereid.
In het boek Openbaring wordt gesproken van 'de poel van vuur', 'de poel, die brandt van vuur en zwavel.'
Opb 20:10 En de duivel die hen misleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel waar zowel het beest als de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden tot in alle eeuwigheid.
Opb 21:8 Maar voor de bangen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, hoereerders, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt; dit is de tweede dood.
In het boek Openbaringen wordt gesproken van ‘de poel, die brandt van vuur en zwavel’.
Opb 14:10 die zal ook drinken van de wijn van Gods grimmigheid, die ongemengd is ingeschonken in de drinkbeker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en het Lam.
Opb 20:10 En de duivel die hen misleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel waar zowel het beest als de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden tot in alle eeuwigheid.
Zij die in de hel zijn, hebben geen rust. Opb 14:10 die zal ook drinken van de wijn van Gods grimmigheid, die ongemengd is ingeschonken in de drinkbeker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en het Lam. Opb 14:11 En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid; en zij hebben dag en nacht geen rust, zij die het beest en zijn beeld aanbidden, en ieder die het merkteken van zijn naam ontvangt.
De hel is een plaats waar de verdoemden een knagend gevoel lijden. Mr 9:45 En als uw voet u een aanleiding tot vallen is, hak die af; het is beter voor u kreupel het leven in te gaan, dan met twee voeten in de hel geworpen te worden. Mr 9:46 waar hun worm niet sterft en het vuur niet wordt uitgeblust.
Hiermee wordt beduid dat het wroegend geweten, gelijk aan een knagende worm, de verdoemden onophoudelijk zal pijnigen.
De hel is dus een plaats van doodsheid, van dood. De toestand van de verdoemden in de hel wordt dan ook genoemd 'de tweede dood'. Men is gescheiden van de God, de Levensbron. Opb 21:8 Maar voor de bangen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, hoereerders, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt; dit is de tweede dood.
Gelukkig is de tweede dood, de hel, te vermijden. Opb 2:11 Wie een oor heeft, laat hij horen wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, zal geenszins van de tweede dood schade lijden.
De Heer Jezus spreekt van een onuitblusbaar vuur, om de volstrekte eeuwigheid van de helse straffen aan te wijzen. Daartoe dienen ook de uitdrukkingen 'waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt'.
De worm van de verdoemden zal niet sterven: hun innerlijke knaging (gewetenswroeging, zelfbeschuldiging, spijt) zal niet ophouden. De hel is voor mensen die zichzelf boven God verkiezen. Ze hebben dus de duisternis meer lief dan God. Ze hebben gezondigd tegen de God, die oneindig is. Daarom zullen ze oneindig gestraft worden.
Uit de hel valt niet te ontkomen, de hel is echter wel te vermijden, te ontwijken. Wie zijn zonden aan God belijdt, zich daarvan afkeert en in de Heer Jezus gelooft als Degeen die voor de zonden stierf, komt niet in de hel. Hij gaat over in het Koninkrijk van God en ontvangt eeuwig leven. De hel is de plaats van de verdoemden, maar Jezus Christus nam, veroordeeld en genageld aan het kruis, de plaats in van een verdoemde, d.i. veroordeelde. Daar nam Hij de straf op zich die ons rechtens toekwam, opdat ons geen straf, maar vrede zou overkomen.
God wil ons ook niet in de hel hebben. We zijn niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van heil door Jezus Christus. Dat lees ik in 1 Tess 5 vers 9.